-
1 slechter worden
slechter worden -
2 slechter worden
slechter wordenworsen, deteriorateVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > slechter worden
-
3 steeds slechter worden
steeds slechter wordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > steeds slechter worden
-
4 slecht
♦voorbeelden:een slecht humeur • une mauvaise humeureen slecht mens • un méchant hommeslechte omstandigheden • circonstances défavorableseen slechte voeding • 〈 onevenwichtig〉 une mauvaise alimentation; 〈 onvoldoende〉 une alimentation déficienteslecht aangeschreven staan (bij) • être mal vu (par)iemand slecht behandelen • traiter mal qn.zich slecht gedragen • se comporter malik heb slecht geslapen • j'ai mal dormidat is niet slecht • ce n'est pas malhet loopt nog eens slecht met je af • tu finiras malslecht kunnen rekenen • être faible en calculde zaken staan slecht • les affaires vont malslechter worden • se détériorerde toestand wordt steeds slechter • la situation se dégrade de plus en plusdat ziet er slecht uit • cela s'annonce maleen door en door slecht mens • un homme foncièrement mauvaishoe langer hoe slechter • de plus en plus maldat is slecht voor de lijn • c'est mauvais pour la lignede slechtste van de klas • le dernier de la classehij ziet er slecht uit • il a mauvaise minedat zal slecht gaan • ce sera difficile -
5 slecht
♦voorbeelden:slecht betaald • badly/low paiddat is niet slecht • that is not badjij kent haar maar slecht • you do not know her wellslechter worden 〈van kwaliteit e.d.〉 • worsen, deteriorateslecht ter been zijn • have difficulty walkingde zaken staan slecht • things look badeen slechte vrouw • a woman of ill repute5 een slechte dag hebben • have a bad/an off dayhet loopt nog eens slecht met je af • you will come to no gooder slecht aan toe zijn • be in a bad wayII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 [bijna niet] hardly, scarcely ⇒ badly♦voorbeelden: -
6 verschlechtern
verschlechtern1 verslechteren, slechter maken1 verslechteren, slechter worden ⇒ erop achteruitgaan -
7 trüben
trüben5 doen betrekken ⇒ verdonkeren, verduisteren♦voorbeelden:♦voorbeelden:3 der Himmel trübt sich • de hemel, lucht betrekt4 ihr Verhältnis hatte sich getrübt • hun verhouding, relatie (tot elkaar) was vertroebeld, verslechterd -
8 go off
exploderen; schieten, uitschieten van een kogel (geweer); in slaap vallen; stiekem weggaan; ophouden verliefd te zijn; overgaango off2 afgaan 〈 van alarm, geweer〉 ⇒ ontploffen 〈 van bom〉; aflopen 〈 van wekker〉; losbarsten 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden:go off with • ertussenuit knijpen/ervandoor gaan metII 〈werkwoord + voorzetsel〉1 afgaan/afstappen van -
9 worsen
v. verergeren; achteruit gaan; slechter worden, erger maken[ wə:sn]1 verergeren ⇒ verslechteren, bemoeilijken -
10 will deteriorate
zal verslechteren (zal slechter worden, zal verminderen) -
11 dépraver
dépraver [deepraavee]1 bederven ⇒ verderven, op het slechte pad brengenvverderven, op het slechte pad brengen -
12 détériorer
détériorer [deeteerjorree]2 bederven1. v1) beschadigen2) schaden, aantasten2. se détériorerv2) bederven -
13 gâter
gâter [gaatee]1 bederven ⇒ verknoeien, laten verrotten, ontsieren♦voorbeelden:1 elle est jolie et très riche, ce qui ne gâte rien! • ze is knap en schatrijk, wat ook nooit weg is!ils ne sont pas gâtés! • ze hebben ook niet veel geluk!1 bederven ⇒ verrotten, niet goed blijven♦voorbeelden:v1) bederven, verknoeien2) verwennen -
14 pervertir
pervertir [pervertier]1 verderven ⇒ bederven, aantasten1 degenereren ⇒ slechter worden, achteruitgaanvverderven, bederven -
15 délabrer
délabrer [deelaabree]1 doen vervallen ⇒ havenen, beschadigen2 verwoesten ⇒ bederven, te gronde richten1 vervallen ⇒ achteruitgaan, slechter worden -
16 afzakken
1 [afglijden] glisser2 [stroomafwaarts drijven] descendre3 [slechter worden] baisser4 [komen naar] descendre (vers)5 [langzaam wegtrekken] s'éloigner♦voorbeelden:zich laten afzakken • se laisser glisserde smeltende sneeuw zakte langs het dak af • la neige fondue glissa le long du toit -
17 afzakken
1 [afglijden] come down ⇒ slip/slide down2 [stroomafwaarts drijven] drift down3 [slechter worden] fall back ⇒ slip/sink downwards♦voorbeelden: -
18 steeds
I 〈 bijwoord〉3 [+ nog] still♦voorbeelden:steeds weer • time after time, repeatedly2 steeds gecompliceerder • more and more complicated, increasingly complicatedsteeds meer/groter • more and more/bigger and biggersteeds slechter worden • go from bad to worsehij begint steeds opnieuw • he keeps starting all over againII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉 -
19 absinken
-
20 verschlimmern
verschlimmern1 erger, slechter worden ⇒ verergeren
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Leute — 1. A de richa Lüta werd ma nüd rüdig1. – Sutermeister, 143; Tobler, 371. In Appenzell: Von den reichen Leuten bekommt man nicht leere Hände. (Tobler.) 2. Albern Leut dienen nicht in die Welt. – Petri, II, 4. 3. Alberne Lüe sind ock Lüe. (Hannover … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Papst — 1. Als der Papst nicht mehr ohne Stegreif in den Sattel springen konnte, mussten ihm die Mönche darein helfen. – Klosterspiegel, 39, 1. 2. Auch der Papst hat manchmal Kopfweh. Böhm.: I knĕžský kníže má své kříže. (Čelakovský, 186.) 3. Bapsts Hof … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Narr — (s. ⇨ Geck). 1. A Narr hot a schöne Welt. (Jüd. deutsch. Warschau.) Dem Dummen erscheint die Welt um so schöner, als er von manchen ihrer Uebel und Leiden nicht berührt wird. 2. A Narr hot lieb Süss. (Jüd. deutsch. Warschau.) Diese auch in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
HD DVD — Media type High density optical disc Encoding … Wikipedia
Ei — 1. A Ei es schnell gelêt, aber nit schnell ausgebrüt. (Nassau.) 2. Aier sind airen gleich. – Gruter, III, 3. 3. Alte Eier, alte Freier, alter Gaul sind gewöhnlich faul. – Simrock, 1886; Körte, 1269. Eine Anzahl (16) Sprichwörter und… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon